Uitleg veiligheids niveaus
Veiligheidniveaus
Papier- en documentenvernietigers zijn geclassificeerd op basis van de mate van vernietiging. Hoe kleiner de snippers na vernietiging zijn, hoe hoger de veiligheid, want miniscule snippers maken het zo goed als onmogelijk de documenten te herstellen en informatie terug te halen. De classificatie van papiervernietigers is gebaseerd op de zogeheten DIN-norm.
DIN 66399 omvat drie klassen van bescherming en zeven niveaus van beveiliging. De toewijzing aan de desbetreffende klasse van bescherming hangt af van de mate van vertrouwelijkheid van materialen voor vernietiging.
De volgende foto's tonen DIN P-1 stroken tot en met DIN P-7 microsnippers.
Een stroken papiervernietiger biedt basisbescherming en versnippert 1 A4 vel in ongeveer 36 stroken. Een snipper papiervernietiger geeft een betere bescherming tegen identiteitsfraude omdat confetti-achtige snippers moeilijk zijn om te herstellen. Voor hoog vertrouwelijke documenten biedt een Din 5 papiervernietiger superieure bescherming door een vel papier in meer dan 2000 snippers te vernietigen, dit maakt het identiteitsdieven vrijwel onmogelijk om documenten te herstellen. Naast de Din 1 t/m 5 papiervernietigers zijn er ook DIN 6 en 7 papiervernietigers welke hoge veiligheid bieden voor de meest vertrouwelijke informatie zoals overheidsstandaarden.
VIR-BI - Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst
Het besluit Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR) is op 1 januari 1995 van kracht geworden en regelt de wijze waarop de Nederlandse Rijksoverheid omgaat met de beveiliging van haar informatie.
Het VIR is geen lijst met maatregelen die moeten worden doorgevoerd maar geeft een klein aantal basisregels. Het VIR is een doelstellende regeling, die veel overlaat aan de verantwoordelijke beheerders zelf. De regeling stelt minimumeisen aan het te ontwikkelen beveiligingsbeleid binnen een ministerie. Daarnaast worden eisen gesteld aan het stelsel van maatregelen dat dit beleid in de praktijk moet brengen.
De beheerder van de informatie moet daartoe een risico-afweging maken waaruit blijkt welke maatregelen getroffen moeten worden. Op basis van die risico-afweging moeten informatiebeveiligingsplannen worden opgesteld. De eerste versie van het VIR (VIR 1994) was geldig van 1 januari 1995 tot 30 juni 2007. Op 1 juli is vervolgens de nieuwe versie van het VIR (VIR 2007) van kracht geworden
Voor de behandeling van vertrouwelijke informatie bij de Rijksoverheid is een aanvullende set van maatregelen van toepassing: Het Voorschrift Informatiebeveiliging – Bijzondere Informatie (VIR-BI). In dit voorschrift wordt voor 4 categorieën van informatie extra eisen gesteld. Het betreft de volgende beveiligingsniveaus:
Departementaal Vertrouwelijk
Staatsgeheim Confidentieel
Staatsgeheim Geheim
Staatsgeheim Zeer geheim
Het VIR-BI legt per beveiligingsniveau een niveau van beveiliging op aan de “beheerder” van vertrouwelijke informatie.
Welk veiligheidsniveau uw organisatie nodig heeft is dus afhankelijk van de 4 categorieën, voor het juiste advies en de aanschaf van de juiste machine kunt u contact opnemen met onze klantenservice.
0345-611777